Ontruiming en executiegeschil
Nadat er door een partij een veroordelend vonnis is behaald, welke uitvoerbaar bij voorraad is verklaard of waar geen beroep meer tegen mogelijk is, kan een deurwaarder tot betekening en executie (tenuitvoerlegging van het vonnis – bijvoorbeeld tot ontruiming van een woning door de huurder wegens een huurachterstand-overgaan.
De eisende partij zal het vonnis ten eerste door een deurwaarder aan de wederpartij moeten laten betekenen. Indien de huurder na de betekening van het vonnis het gehuurde niet tijdig vrijwillig ontruimt, dan kan de deurwaarder tot ontruiming (de executie) van het gehuurde overgaan.
Wanneer je als huurder de tenuitvoerlegging (de executie) van een vonnis tot ontruiming wilt tegenhouden, dan kun je in een kort geding vorderen dat de verhuurder wordt verboden om tot ontruiming over te gaan. Een dergelijke procedure wordt ook wel een executiegeschil genoemd.
In een executiegeschil kan de rechter de tenuitvoerlegging van een vonnis slechts schorsen indien de rechter van oordeel is dat de verhuurder (in dit verband ook wel de executant) – mede gelet op de belangen van de huurder/bewoner (in dit verband ook wel de geëxecuteerde) – geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn wanneer:
- het vonnis berust op juridische of feitelijke onjuistheden (ook wel ‘misslagen’ genoemd). Hier is slechts sprake van als deze misslagen evident, direct duidelijk en niet voor discussie vatbaar zijn; of
- er sprake is van nieuwe omstandigheden (die na het vonnis zijn voorgevallen of aan het licht zijn gekomen), met als gevolg dat de tenuitvoerlegging van het vonnis de huurder/bewoner in noodtoestand brengt; of
- er sprake is van andere feiten of omstandigheden, op grond waarvan de verhuurder geen gebruik mag maken van zijn recht tot tenuitvoerlegging.
Bent u huurder en dreigt een ontruiming die mogelijk onrechtmatig is, neem dan contact met mij op.