Woningmarktplannen kunnen door: geen enkel wetsvoorstel controversieel verklaard

De plannen voor de woningmarkt van De Jonge worden naar alle waarschijnlijkheid niet controversieel verklaard. In de procedurevergadering woensdagavond 6 september jl. heeft de Tweede Kamer-Commissie Binnenlandse Zaken geen enkel wetsvoorstel controversieel verklaard.

Dit besluit van de commissie om de wetsvoorstellen niet controversieel te verklaren wordt aangeboden aan de Tweede Kamer, waarna de Tweede kamer er op 12 september 2023 definitief over gaat stemmen. Naar verwachting zal de Tweede kamer niet anders stemmen dan het besluit van de commissie.

Lees het hele artikel op: https://vastgoedjournaal.nl/news/60895/woningmarktplannen-kunnen-door-geen-enkel-wetsvoorstel-controversieel-verklaard

 

Lees het hele artikel op: https://vastgoedjournaal.nl/news/60895/woningmarktplannen-kunnen-door-geen-enkel-wetsvoorstel-controversieel-verklaard

VVE recht: nietig of vernietigbaar besluit

Een besluit van de VVE kan nietig en vernietigbaar zijn. Het gevolg van een nietig besluit is anders dan van een vernietigbaar besluit. Ook  verschillen de mogelijkheden om op te treden tegen een nietig en vernietigbaar besluit.

 

Wettelijke mogelijkheden voor appartementseigenaren/belanghebbenden op te komen tegen VVE besluiten

In de wet is voorzien in mogelijkheden om tegen een besluit van de VVE op te komen. Ten eerste kun je de nietigheid van en besluit inroepen bij de kantonrechter. Ten tweede art. 5:130 BW, op grond waarvan je als appartementseigenaar binnen één maand na de dag waarop je van het besluit kennis hebt genomen of had kunnen nemen om vernietiging van dit besluit kan vragen bij de kantonrechter. Tot slot kan op grond van art. 5:121 BW om zogenaamde ‘vervangende machtiging’ verzocht worden bij de kantonrechter. Voor een vervangene machtiging geldt geen termijn.

Nietig besluit

Een nietig besluit is een besluit dat in strijd is met de wet of de splitsingsakte en het Modelreglement. Besluiten waartoe de VvE niet beslissingsbevoegd is zijn ook nietig. Een nietig besluit wordt geacht niet te bestaan, dit neemt niet weg dat er in de praktijk toch uitvoering kan worden gegeven aan een nietig besluit. Dan kan een lid van de VVE het bestuur aanschrijven en kennisgeven van de nietigheid van het besluit, met het verzoek niet tot uitvoering over te gaan. Indien dat geen effect heeft, dan kan in een dagvaardingsprocedure de nietigheid van een besluit worden ingeroepen bij de rechter.

Vernietigbaar besluit

Een besluit van (een orgaan van) de VvE is vernietigbaar wanneer dat is genomen in strijd met een wettelijke bepaling of met een bepaling uit de splitsingsakte, die de totstandkoming van besluiten regelt. Ook zijn vernietigbaar besluiten die zijn genomen in strijd met een reglement. Tot slot zijn besluiten vernietigbaar die genomen zijn in strijd met de redelijkheid en billijkheid.

Er is sprake van strijd met de redelijkheid en billijkheid indien de VvE bij een redelijke afweging van alle betrokken belangen het besluit niet had kunnen nemen. Dit is een ruim criterium waar veel situaties onder kunnen vallen. Denk aan een besluit dat genomen is terwijl het niet op de agenda stond, of indien de vergadering niet op de juiste wijze bijeengeroepen is.

Verder valt te denken valt aan besluiten die zijn genomen:

  • door misbruik van meerderheidsmacht;
  • in strijd met het huishoudelijk reglement;
  • terwijl die financieel (aantoonbaar) onhaalbaar zijn.

Korte termijn voor vernietiging

Vernietiging van een VvE besluit vindt plaats op verzoek van een belanghebbende bij de kantonrechter. Belangrijk is dat u snel in actie komt want het verzoek moet worden gedaan uiterlijk binnen één maand nadat het besluit is genomen of de belanghebbende daarmee bekend is geworden. De Hoge Raad heeft in haar uitspraak van 21 juni 2019 (HR 21 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:1022) duidelijkheid gegeven over de vraag wanneer voornoemde termijn van een maand begint te lopen. Dit hangt af van de omstandigheden van het geval. Indien de verzoeker waartegen het besluit is genomen aanwezig was bij de algemene leden vergadering waarbij het besluit werd genomen, dan begint de termijn direct na de vergadering te lopen. Echter, indien het bijvoorbeeld gebruikelijk is dat besluiten per mail worden verspreid, dan vangt de termijn aan vanaf deze bekendmaking heeft plaatsgevonden.

Om termijnoverschrijding te voorkomen is het raadzaam om te tellen vanaf de dag van de vergadering.

 

Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen, neem dat contact met mij op.

Vaststelling en ondertekening van de notulen van de vergadering van de VvE

Ondertekening van de notulen

Van hetgeen in de vergadering van eigenaars van de VvE is besproken worden notulen gemaakt. Artikel 50 lid 4 Model Reglement 2017 bepaalt dat de notulen van de vergadering van eigenaars worden ondertekend door de voorzitter van de vergadering, dan wel door de persoon die vanwege de afwezigheid van de voorzitter van de vergadering de leiding van de vergadering had, én het bestuur van de VvE. De wet of het modelreglement bepalen niet dat alle bestuursleden moeten ondertekenen. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of de eerstvolgende vergadering.

Deze bepaling is gelijk aan artikel 39 lid 1 MR 1973, artikel 40 lid 1 MR 1983 en artikel 46 lid 1 MR 2006. Artikel 40 lid 1 MR 1992 maakt daar in zoverre een uitzondering op, dat daar ondertekening van de notulen door alleen de voorzitter van de vergadering volstaat.

Over het moment waarop de notulen moeten worden ondertekend is discussie mogelijk. De notulen kunnen worden ondertekend zodra ze in concept gereed zijn, dus voordat de concept notulen aan de leden worden toegezonden en voordat de vergadering van eigenaars ze vaststelt. Of dit een keiharde voorwaarde is blijkt niet uit het modelreglement en de wet. In de praktijk wordt er dan ook verschillend mee omgegaan.

Meestal worden bij VvE’s enkel de definitief door de vergadering van eigenaars vastgestelde notulen ondertekend, hetgeen geoorloofd is. Indien de concept notulen niet voor de vaststelling worden ondertekend heeft dit immers geen rechtstreekse juridische gevolgen.

Vaststelling en bezwaren tegen de notulen

In de praktijk worden de notulen tijdens de eerstvolgende vergadering van eigenaars vastgesteld.

Indien een eigenaar bezwaren heeft tegen de notulen en deze bezwaren kenbaar maakt VOORDAT de notulen zijn vastgesteld, dan  kan de vergadering van eigenaars bij het vaststellen van de notulen besluiten om de bezwaren al dan niet te verwerken in de notulen of aan te hechten aan de notulen. Met andere woorden, op deze wijze kunnen de bezwaren nog meegenomen worden en worden verwerkt in de notulen. Het is aan de vergadering van eigenaars om hier een beslissing over te nemen.

Het al dan niet verwerken van de bezwaren van een eigenaar doet echter niets af aan de reeds genomen besluiten. De op de vergadering genomen besluiten blijven van kracht!

Een bezwaar dat (pas) NADAT de notulen zijn vastgesteld kenbaar wordt gemaakt kan niet meer worden verwerkt of worden meegenomen bij de vaststelling. Als de notulen eenmaal zijn vastgesteld staat de inhoud van de notulen immers vast. Bezwaren van een eigenaar hoeven dan ook niet (meer) behandeld te worden door de vergadering van eigenaars.

Wat je als eigenaar wel kunt doen als je bewaar hebt tegen notulen die reeds zijn vastgesteld, dat is vernietiging van het besluit vorderen bij de kantonrechter.

Vernietiging van een besluit kan altijd worden ingeroepen, of een rechter in een dergelijk verzoek mee zal gaan hangt van verschillende omstandigheden af. Belangrijk is om het verzoek tijdig in te dienen: als je een besluit wil laten vernietigen, moet je binnen een maand nadat je op de hoogte bent gesteld van dat besluit een verzoek indienen. Het is dan ook raadzaam om hier zo snel mogelijk de hulp van een  advocaat voor in te roepen die je kan helpen de vernietiging van een besluit te bewerkstelligen. Meer informatie over de vernietiging van een besluit vindt u hier.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen, neem dan contact met mij op.

VVE recht: extra bijdrage

Binnen de VVE besluit de algemene ledenvergadering (ALV) over het gebouw, zoals wijzigingen van het gebouw en onderhoud van het gebouw. In de akte van splitsing en het Modelreglement is bepaald welke opkomst minimaal is vereist om een rechtsgeldig besluit te nemen en wat de vereiste meerderheid is. De standaard vereiste meerderheid van stemmen is een zogenaamde ‘volstrekte meerderheid’, dat betekent meer dan de helft van de totaal uitgebrachte stemmen.

Besluit tot uitgaven buiten het gebruikelijke onderhoud

Voor uitgaven die niet onder de normale onderhoudskosten kunnen worden gebracht geldt in de regel een verhoogde opkomst (ook wel quorum genoemd) dan het standaard quorum en een verzwaarde meerderheid van stemmen. Er wordt in het Modelreglement gesproken van een ‘gekwalificeerde meerderheid van stemmen’, ik verwijs naar artikel 38 Modelreglement 1992, artikel 52 Modelreglement 2006 en artikel 56 Modelreglement 2017. Met een gekwalificeerde meerderheid wordt een opkomst van 2/3 van alle stemgerechtigden bedoeld, waarvan vervolgens 2/3 voor het besluit moet stemmen om het besluit aan te nemen.

Nietig en vernietigbaar besluit

Een besluit van de ALV kan nietig zijn, dat betekent dat het besluit nooit heeft bestaan. Er is sprake van een nietig is sprake wanneer het besluit in strijd met de wet of de de statuten (de akte van splitsing en het Modelreglement) is genomen. Een voorbeeld van een nietig besluit is een besluit dat tot stand is gekomen in strijd met voorschriften voor een geldig besluit op grond van de akte van splitsing, bijvoorbeeld wanneer de vereiste gekwalificeerde meerderheid ontbreekt. In dat geval is het besluit nooit geldig geweest.

In andere gevallen kan iedere eigenaar die tegen een bepaald besluit is. dat besluit binnen 1 maand aanvechten (vernietigen) bij de kantonrechter. Dat kan wanneer het besluit in strijd is met de maatstaven van de redelijkheid en billijkheid. In dat geval wordt een geldig besluit langs de weg van de vernietiging alsnog ongeldig. Lees dit artikel voor meer informatie over de nietigheid en vernietiging van een besluit van een (orgaan) van de VvE.

Besluit tot extra VVE bijdrage

De ALV kan besluiten tot het doen van een extra uitgave (die valt buiten het dagelijks onderhoud), zoals het installeren van een nieuwe installatie of laten uitvoeren van een bijzonder (reparatie-)werk aan het gebouw. In sommige gevallen dienen de eigenaren daar een extra bijdrage voor te voldoen, die verplichting tot het voldoen van en extra bijdrage wordt bij besluit van de ALV vastgesteld. In de praktijk wordt wel de vraag gesteld of alle  eigenaren dezelfde extra bijdrage dienen te voldoen of dat de hoogte van de extra bijdrage dient te worden vastgesteld op grond van het breukdeel van iedere eigenaar in de eigendom van het gebouw. Het Modelreglement van 1973 en 1992 leidt op dit punt regelmatig tot discussie, in deze reglementen is bepaald dat ‘ de eigenaar die van een zodanige maatregel geen voordeel trekt. niet verplicht is in de kosten hiervan bij te dragen’.

Kunnen bepaalde leden op grond van de bovengenoemde regel met succes betogen dat zij niet verplicht kunnen worden of zijn om een extra bijdrage te voldoen? En wanneer is er  precies sprake van (geen) voordeel bij een bepaalde maatregel?

Het Modelreglement geeft geen antwoord op deze vragen, op grond van de rechtspraak kan op dit punt de volgende hoofdregel worden afgeleid:

Indien de installatie een gemeenschappelijk karakter heeft, dan kunnen leden zich op grond van deze bepaling niet tegen de daarvoor benodigde extra bijdrage verzetten. Ieder lid geniet volgens een arrest van het Gerechtshof Den Bosch immers voordeel van een verbetering van het gebouw. In het geval van een verduurzamingsmaatregel geldt naar verwachting eveneens de verplichting tot het doen van een extra bijdrage voor alle leden.

Het voorgaande laat onverlet dat iedere eigenaar een besluit altijd kan voorleggen aan de kantonrechter, om het besluit te laten toetsen op redelijkheid en mogelijk met succes te laten vernietigen.

Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen, neem dan contact met mij op.

Tijdelijke huurovereenkomsten voor woonruimte worden verboden

Op 11 mei 2023 is het Wetsvoorstel Wet vaste Huurcontracten van PvdA en ChristenUnie met een meerderheid van stemmen aangenomen in de Tweede Kamer. Op grond van deze wet worden de in 2016 ingevoerde tijdelijke huurovereenkomsten voor zelfstandige woonruimte verboden. Er bestaan nog enkele uitzonderingen waarin het wel is toegestaan om tijdelijk te verhuren, maar vaste huurovereenkomsten worden (weer) de norm.

In 2016 werd het tijdelijke huurcontract van maximaal 2 jaar voor zelfstandige woonruimte en maximaal 5 jaar voor onzelfstandige woonruimte ingevoerd, met de bedoeling dat hiermee meer (betaalbare) huurwoningen zouden komen. Nu blijkt dat dit effect is uitgebleven, wordt de tijdelijke huurovereenkomst voor zelfstandige en onzelfstandige woonruimte weer afgeschaft.

Er zijn enkele gevallen waarvoor de wet een uitzondering maakt en tijdelijke huurcontracten toegestaan blijven:

  • voor studenten, met een maximum van 5 jaar;
  • voor mensen die tijdelijk uit hun huis moeten of gaan reizen (short stay);
  • voor mensen die gaan samenwonen en hun eigen huur tijdelijk willen aanhouden voor het geval het niet werk;
  • als mensen met een koophuis gaan samenwonen en dan één woning willen verhuren, krijgen eenmalig de mogelijkheid om het huis een tijdje te verhuren met een tijdelijk contract. Als de relatie geen succes blijkt, dan moet de betrokkene terug kunnen naar zijn/haar huis.

Meer weten? neem gerust contact met mij op!